Smaakvolle bieren van maximaal 4,5 %vol krijgen vaak het predicaat ‘session ale’, net alsof er geen authentieke Belgische varianten bestaan. Die moeten wij zeker niet verloochenen want zij hebben een stevige voorgeschiedenis.
Voor de herkomst ervan wordt meestal verwezen naar de Engelse munitiefabrieken waar arbeiders tijdens de Eerste Wereldoorlog een korte ‘session break’ of pauze kregen. Om de lange en zware werkdagen door te komen, dronken zij graag een glas bier. Opdat hun productiviteit en de veiligheid er niet zou onder lijden, werd een lichter bier geschonken, de zogenaamde ‘session ale’.
Vanuit de ‘craft beer’-wereld is het één van die ‘herontdekte bieren’. Doorgaans gaat het niet om een specifieke bierstijl maar is het veeleer een lichtere variante van een bestaand bier. Zo zijn er bijvoorbeeld session tripels, session IPA’s en session saisons.
Maar, wij, Belgen, hoeven onze biergeschiedenis niet te verloochenen en helemaal niet onder te doen voor die inspirerende ‘session ales’. Meer nog, Belgische brouwers zetten al vele jaren smaakvolle licht alcoholische bieren in de markt, lang voor de ‘session ales’ vanuit Engeland en de Verenigde Staten overwaaiden. Meest bekend zijn ongetwijfeld de monniken- of refterbieren zoals Westmalle Extra, waarvan de oorsprong terug gaat tot 1836.
Het gaat in België niet alleen om de ‘Extra’s’ (maximaal 4,5 % vol.) die kunnen bogen op een specifieke receptuur. Onder die limiet zijn er ook nog de tafelbieren, die weliswaar serieus hebben ingeboet aan populariteit. En wat te denken van de brede waaier aan fruitbieren, op basis van lambiek of witbier, waarvan het alcoholgehalte meestal schommelt rond 3,5 %vol.?