Olivier Dedeycker: “Meer dan één op drie bieren voert een bio-label”
Ruim dertig jaar geleden, in 1990, pionierde brouwerij Dupont uit Tourpes met de eerste bio-bieren in België, ondertussen zijn het er al zo’n 150 die door kleine en grote brouwerijen worden gecommercialiseerd. “Werd er in de beginjaren nog wat vreemd opgekeken naar Moinette Biologique en Saison Dupont Biologique, dan hebben onze bio-bieren ondertussen hun plaats op de markt verworven. Meer dan één op de drie bieren die wij brouwen, dragen het bio-label”, zegt zaakvoerder Olivier Dedeycker.
Bio-bieren zijn sinds een tiental jaar vrij algemeen verspreid. Volgens de Vlaamse Dienst voor Agro-Marketing (VLAM) zouden het er al zo’n 150 zijn. Bio-bieren zijn ook niet langer een exclusiviteit van heel kleine, vaak minder bekende, brouwerijen. De voorbije jaren hebben brouwerijen zoals Huyghe, Roman, Haacht, Brunehaut, Silly, Lupulus en des Légendes bio-bieren in hun aanbod opgenomen. Ook is het assortiment heel verscheiden, van licht tot sterk alcoholische bieren. De absolute pionier van bio-bier in België is evenwel brouwerij Dupont uit Tourpes (Leuze) die er al in 1990 mee pionierde.
Diversifiëren en innoveren
“Eigenlijk is mijn oom, Marc Rosier, eerder toevallig begonnen met het brouwen van bio-bieren”, vertelt Olivier Dedeycker. “Hij kende Christian Van Esch van Malterie de Beloeil die wilden diversifiëren en starten met bio-mout. Omdat mijn oom iemand was die ook wou innoveren, werden twee bio-bieren gebrouwen, Moinette Bio en Saison Dupont Bio. Aanvankelijk gebruikten wij alleen bio-mout omdat er toen nog geen sprake was van bio-hop en bio-suiker. Om geen te groot risico te nemen bij de introductie ervan werd gekozen voor een bio-variante van bestaande merknamen en bieren. Opdat de bio-bieren zich nadrukkelijker zouden onderscheiden van de conventionele bieren werd het alcoholgehalte ervan verlaagd met 1 volumeprocent. Saison Dupont Bio heeft 5,5 %vol tegenover 6,5 %vol voor Saison Dupont. Hetzelfde geldt voor de Moinette Bio die 7,5 %vol heeft terwijl Moinette 8,5 %vol. telt”.
Werd er aanvankelijk wat smalend gereageerd op bio-bieren, dan hebben zij alleen maar aan belangstelling gewonnen. “Tussen 1990 en 1995 groeide hun aandeel tot 10% van onze jaarproductie. Tegen 2000 was het volume verdubbeld en nu zijn onze bio-bieren goed voor 35% van onze jaarproductie van 32.000 hl”, rekent Olivier Dedeycker voor.
Duurzaamheid speelt steeds meer mee
“Saison Dupont Bio is zelfs ons tweede belangrijkste bier geworden en scoort zeer goed in België, Frankrijk en enkele andere Europese landen. Hoewel wij algemeen zo’n 45% van onze productie exporteren, en dat bijvoorbeeld ook naar Canada, heeft uitvoer van bio-bier daarheen geen zin. Men erkent het bio-bier als dusdanig wel maar vindt het weinig duurzaam om het vanuit Europa in te voeren terwijl men eigen bio-bieren heeft”.
“Duurzaamheid is een aspect waarmee wij steeds meer rekening moeten houden. Vanuit die optiek werken wij samen met landbouwers lokaal biologisch geteelde gerst, tarwe of hop verbouwen op voorwaarde dat die beantwoordt aan onze parameters voor de gewenste kwaliteit. Omwille van het klimaat en de soms geringe opbrengst is dat niet altijd evident en kopen wij ook aan in het buitenland”.
Traceerbaarheid aantonen en apart brouwen
Hoewel er brouwtechnisch nauwelijks verschillen zijn tussen het brouwen van bio-bieren en conventionele bieren komt er veel meer bij kijken. “Je moet doorheen het hele productieproces, vanaf het graan of de hop op het veld, kunnen aantonen dat je werkt volgens de specifieke reglementering voor bio-producten. Toen de Europese Unie de verordening rond traceerbaarheid in 2002 uitvaardigde, waren wij daar al ruim tien jaar intensief mee bezig. Aan de hand van certificaten en gevolgde werkwijzen moet je bewijzen dat je bijvoorbeeld bio-mout hebt aangekocht bij Mouterij Dingemans”, weidt Olivier Dedeycker uit.
“Zij moeten op hun beurt kunnen aantonen dat zij bio-gerst hebben aangekocht en die hebben gemout zonder dat die in contact is geweest met niet biologisch geteelde gerst. Vervolgens moet de landbouworganisatie waarvan zij de gerst hebben aangekocht kunnen bewijzen dat die afkomstig is van een akker waarop de gerst op biologische wijze werd geteeld. Iedereen die op een of andere wijze heeft bijgedragen tot een ‘transformatie’ van het product moet dat doen volgens de vooropgestelde bio-richtlijnen”.
“Het betekent ook dat wij voor bio-bieren geen additieven, synthetische smaakstoffen, bewaarmiddelen, klaringsmiddelen en schuimstabilisatoren mogen gebruiken. Verder moeten wij bio-granen, -hoppen en -suikers apart opslaan om contact met niet-biologische producten te vermijden. Op een brouwdag starten wij altijd met het bio-bier en pas daarna wordt het wort aangemaakt voor conventioneel bier. Wij volgen de Europese normen strikt op maar moeten er wel rekening mee houden dat die regelmatig worden aangepast. Eventueel kan je om uitzonderlijke redenen een afwijking aanvragen maar je wordt wel verondersteld om steeds een voldoende grote voorraad in te kopen. Wij bespreken dat grondig met onze leveranciers opdat wij het jaar rond komen met onze voorraden in functie van de vooropgestelde productie. Wanneer een bio-hopteler ons vertelt dat hij zijn activiteiten wil stopzetten, moeten wij een andere landbouwer gaan zoeken. Nu is er alleszins meer keuze aan bio-grondstoffen dan dertig jaar geleden, maar ook nu nog zijn de beschikbare volumes beperkt en bepalen weersomstandigheden en ziekten de geoogste opbrengst. Vandaar ook dat wij bijvoorbeeld nauwgezet samenwerken met een Duitse hopcoöperatieve”.
Nauwelijks waarneembare verschillen
Na Moinette Biologique en de Saison Dupont Bio volgden in de loop van de jaren negentig nog Bio Légère (3,5 %vol.), het honingbier Bière de Miel (8 %vol.) met bio-honing en Blanche du Hainaut (5,5 %vol). Voor het honderdjarig bestaan van de Gentse Vooruit werd in 2013 de amberkleurig Triomf (6 %vol.) gelanceerd, verwijzend naar het gelijknamige bier van de toenmalige coöperatieve brouwerij Vooruit.
Noemenswaardige verschillen tussen de bio-varianten en de gelijknamige conventionele bieren zijn er, volgens Olivier Dedeycker, niet. “Wetenschappelijk-analytisch zijn die er wel, maar je zal die nauwelijks waarnemen. Wij streven ernaar om de bio-bieren zoveel als mogelijk te laten gelijken op de klassieke varianten. Het zit soms in subtiele verschillen in toetsen van kruidnagel of hop. Dat heeft vaak eerder te maken met het feit niet altijd de biologisch geteelde varianten van dezelfde ingrediënten vinden. Dat geldt ook voor de gerst-, tarwe- en hopvariëteiten waarvoor wij in de eerste plaats kijken naar de meest resistente soorten omdat die beter bestand zijn tegen ziekten en klimaat en wij zo ook de kwaliteit van onze bio-bieren kunnen blijven waarborgen”.
Verschenen in Bierpassie nr. 102, maart 2024
Lees ook: Drie logo’s voor biologische en duurzame producten, Kwalitatieve bio-granen moet je zorgvuldig mouten