De logica achter graden en volumeprocenten

Facebook
X
LinkedIn
WhatsApp

Een bier vermeldt 10 op het etiket en de kroonkurk terwijl het alcoholgehalte ervan 11,2 %vol is. Je moet er maar aan uit geraken, waar zit de logica?

Tot einde jaren ’70 begin jaren ’80 van vorige eeuw pronkten bieren op hun etiketten met grote getallen die aangaven hoe stevig die kleppers wil waren: Gouden Carolus 19, Bush 24, EKU Kulminator 28. Jupiler 5 was een klein broertje, Rochefort had zijn trio van 6, 8 en 10 en Westvleterens Sint-Sixtus had zijn Abt 12. Getallen die je soms nog terug vindt op etiketten en kroonkurken maar die helemaal niet overeenstemmen met de vermelde alcoholpercentages.
De getallen vinden hun oorsprong in de dichtheid of de zwaarte van een bier gemeten op het nog ongegiste wort of stamwort. Het stamwortgehalte, traditioneel uitgedrukt in graden Plato, geeft, gemeten bij 20 °C, de verhouding aan vergistbare suikers weer in de wortoplossing. Aan de hand van die verhouding krijg je een indicatie van het latere alcoholpercentage, ontstaan na vergisting van het wort.
Geïnspireerd op die graden Plato werd in 1974 het Belgisch Wettelijk Gradenstelsel ingevoerd. Daarin werd het soortelijk gewicht van water gelijkgesteld aan 1 of 1000. Als het wort een soortelijk gewicht van 1090 had, dan werd dat omgezet in een stamwortgehalte van 9 Belgische graden. Aanvullend creëerde het Belgisch Wettelijk Gradenstelsel 4 categorieën en ook die verwijzing vind je nog terug op sommige (oudere) etiketten. Cat. S of Supérieur waren bieren van meer dan 6,2 Belgische graden, Cat. I Supérieur was voor bieren tussen 4,6 en 4,8 Belgische graden.
In 1993 werd het Belgisch Wettelijk Gradenstelsel afgeschaft en is men overgeschakeld naar aanduidingen in volumeprocenten alcohol omdat het de consument eenduidig vertelt hoe sterk een bier is. Het getal in %vol. geeft de verhouding weer van het aantal centiliters alcohol op 1 liter bier. Omdat de merknamen met Belgische graden zo ingeburgerd waren, zijn brouwerijen zoals Rochefort of Sint-Bernardus die getallen blijven gebruiken om de verschillende bieren in hun gamma van mekaar te onderscheiden, ook al hebben ze soms hun eigen kleur van etiket of kroonkurk gekregen.