Van Honsebrouck creëerde het segment
Zestig jaar geleden, in 1957, legde Luc Van Honsebrouck de basis voor wat zijn Gueuze St. Louis zou worden. Daarmee creëerde hij meteen het segment van de West-Vlaamse bieren van spontane gisting. Rodenbach volgde vrij snel met een Gueuze Saint-Georges, Bockor lanceerde een tiental jaar later zijn Gueuze Jacobins.
Aanleiding voor de creatie van Gueuze St. Louis was het succes dat Constant Vanden Stock had met zijn gefilterde, gezoete, geuze op 25 cl.-flessen, terwijl lambiekbrouwers traditioneel vast hielden aan 37,5 cl.- en 75 cl.-flessen. De 25 cl.-geuze rukte vrij snel op in provincies zoals Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen. Geïnspireerd door het succes van Vanden Stock met zijn Belle-Vue-geuze contacteerde Luc Van Honsebrouck in 1957 lambiekbrouwer François Van Haelen uit Ukkel. Die verkocht hem twintig vaten wort dat ’s nachts spontaan ingegist was met de microflora uit de Zennestreek.
In de eigen brouwerij in Ingelmunster mengde Luc Van Honsebrouck het lambiekwort met eigen wort om het vervolgens te lageren op houten foeders. Om over voldoende eigen gekoeld wort te beschikken werd het laatste van de drie dagelijkse brouwsels afgekoeld in een koelschip. Na een vijftal maanden stelde men vast dat zich een eigen microflora met wildgisten had ontwikkeld waardoor het niet langer nodig was om lambiekwort aan te kopen in het Brusselse. De zogenaamde ‘Brettanomyces Ingelmunsterensis’ was geboren en daarmee werd ook de basis gelegd voor het segment van de West-Vlaamse bieren van spontane gisting.
Zelfs op vat
Verwijzend naar Louis Lampaert, de grootvader van zijn echtgenote, noemde Luc Van Honsebrouck zijn bier in 1957 St. Louis. De onenigheid met Constant Vanden Stock die stelde dat men geen geuze kon maken buiten Brussel en de Zennestreek zinderde nog jaren na. Als een tegenreactie op de 25 cl.-flessen van Belle-Vue lanceerde Luc Van Honsebrouck zelfs St. Louis op vat opdat cafébazen zijn bier zo veel gemakkelijker konden verkopen. Volgens Constant Vanden Stock kon je geen geuze van ’t vat commercialiseren, maar in navolging van de succesvolle verkoop van St. Louis in de horeca moest ook hij starten met vatenbier.
Brouwerij Rodenbach volgde met een eigen Gueuze Saint-Georges die werd gebrouwen tot in de jaren zeventig, toen de vraag naar Rodenbach enorm steeg. In 1970 lanceert brouwerij Vander Ghinste (toen nog Bockor genoemd) in samenwerking met lambiekbrouwer Heyvaert uit Asse de Gueuze Jacobins op basis van lambiekwort dat werd versneden met jong tarwebier. Sinds 1981 wordt de Gueuze Jacobins integraal gebrouwen in Bellegem.




Verschenen in Café&Bistro, november 2017