Moet abdijbier worden gepromoot door een witte of een bruine pater? Voor Nederlanders moest het ooit een bruine pater zijn ook al was de realiteit anders.
Wanneer begin jaren ‘80 van vorige eeuw de export van Belgische speciaalbieren naar Nederland op gang komt, rijzen er daaromtrent heel wat vragen. De Koninck, Duvel en Palm waren reeds aanwezig maar wanneer daar plots een abdijbier bij komt, wordt dat argwanend onthaald vanwege de sterk uiteenlopende religieuze opvattingen. Hervormde kerken waren erg gevoelig voor alles wat met paters te maken had, waardoor men het abdijbier-verhaal nauwelijks durfde te vertellen. Sommigen opperden zelfs dat de verkoopopbrengst regelrecht werd doorgestort naar de paus in Rome.
Calvinisten hadden het dan weer moeilijk met de merknaam Judas. In Amsterdam vroeg men soms aan brouwerijvertegenwoordigers of Judas de ‘sales manager’ was die Jesus Christ Superstar verkocht.
Over één zaak was iedereen in Nederland het wel eens: de pij van de pater op stoepborden moest bruin zijn ongeacht tot welke kloosterorde hij behoorde. En zo doken in het Nederlandse straatbeeld overal bruine paters van Grimbergen op. Dat is evenwel een regelrechte aanfluiting van de realiteit, want de paters van Grimbergen zijn Norbertijnen, ook wel witheren genoemd, en die dragen een … witte pij. Op vraag van de abdijgemeenschap moest Alken-Maes alle promotiemateriaal met bruine paters uit omloop nemen. Sindsdien worden de Grimbergen-abdijbieren alleen nog aangeprezen door witte paters. Niettemin kan je nog wel eens een oude reclame met een bruine pater van Grimbergen tegen komen in Nederland.