In het Nobelprijsmuseum in Gamla Stan, het oude stadsgedeelte van Stockholm, prijken twee flesjes Belgisch bier. Hoe zijn die daar verzeild geraakt?
Het Nobelprijsmuseum werd in 2001 geopend in het oude beursgebouw van Stockholm. Na de ontvangst van een Nobelprijs is het gebruikelijk dat de laureaten een voorwerp aan het museum schenken dat hen op een of andere wijze heeft geïnspireerd tot hun baanbrekend onderzoek of dat hun persoon of onderzoek symboliseert. Meer dan 250 geschenken worden er getoond, van een pen of een schaar, tot een kledingstuk, een reiskoffertje of een wetenschappelijk instrument.
Tussen al die voorwerpen ook twee flesjes Belgisch bier, geschonken door de Belgische wetenschapper François baron Englert, een theoretisch fysicus die in 2013 samen met Peter Higgs de Nobelprijs voor Natuurkunde kreeg. Met de twee flesjes – een boekweitbier van 6% vol. en een speltbier van 5 %vol. van Brasserie de Silenrieux – eert hij zijn collega en vriend Robert Brout wiens portret is afgebeeld op de etiketten.
Zowat een halve eeuw lang werkten beide wetenschappers nauw samen. In 1964 publiceerden zij een onderzoek dat het pad effende naar de ontdekking van het befaamde Higgs-deeltje. Het duurde evenwel nog tot 2012 wanneer een proef in het CERN aantoont dat het subatomair deeltje wel degelijk bestaat.