Reinheitsgebot meer dan zuiver bier

Facebook
X
LinkedIn
WhatsApp

Op 23 april 1516 vaardigde de Beierse hertog Wilhelm IV het befaamde ‘Reinheitsgebot’ uit waarin werd bepaald hoe bier gebrouwen moest worden, maar deze verordening handelde niet alleen over grondstoffen.

Het Reinheitsgebot is de opvolger van een verordening uit 1487 die van toepassing was in het hertogdom Baiern-München, om vanaf 23 april 1516 van kracht te worden in heel Beieren. Met het Reinheitsgebot wou Wilhelm IV in de eerste plaats vermijden dat bakkers en brouwers verwikkeld geraakten in een concurrentiestrijd rond het gebruik van granen. Vanuit dat opzicht reserveerde Wilhelm IV het gebruik van tarwe en rogge voor bakkers opdat het brood betaalbaar zou blijven, terwijl gerst werd voorbehouden voor de brouwers. Gelijktijdig wou hij de Beierse brouwers ervan behoeden om allerlei kruiden toe te voegen die werden gebruikt in heidense rituelen en die ook werden toegevoegd aan Noord-Duitse bieren. Daarom mocht bier alleen maar worden gebrouwen met hop, gerst en water. Sommige Beierse brouwerijen kregen wel een hertogelijk privilege om tarwe te gebruiken voor het brouwen van Weizenbier.
Maar het Reinheitsgebot bepaalde ook de prijs van het bier. Het lagegistingbier mocht enkel in de wintermaanden, tussen Sint-Michiel (29 september) en Sint-Joris (23 april) worden gebrouwen en 1 Mass (1,069 liter) mocht niet duurder worden verkocht dan 1 Münchener Pfenning. Tussen Sint-Joris en Sint-Michiel bedroeg de maximumprijs 2 Münchener Pfenning voor 1 Mass.
Doorheen de eeuwen werd het Reinheitsgebot aangepast, werden tarwe en gist toegevoegd aan de ingrediëntenlijst en werd de verordening van kracht in heel Duitsland. In 1952 werd het Reinheitsgebot geïntegreerd in het West-Duitse Biersteuergesetz. Naarmate de Europese eenmaking vorderde, ervoeren brouwers uit andere landen het Reinheitsgebot als een protectionistische maatregel. Wie bier naar Duitsland wou exporteren, moest ‘reines Bier’ aanbieden. Hoewel het Europees Hof van Justitie in 1987 oordeelde dat het inderdaad een protectionistische maatregel was, bleef Duitsland de wet toepassen voor bieren die in Duitsland werden gebrouwen.
Binnen het in 1990 eengemaakte Duitsland leidde dat nog tot meerdere rechtszaken of een drank wel bier genoemd mocht worden wanneer er andere grondstoffen in werden verwerkt dan die uit het Reinheitsgebot. Inmiddels is het Reinheitsgebot niet langer een wet maar is het vooral een marketing-slogan “Gebraut nach dem deutschen Reinheitsgebot” die wordt gebruikt voor bieren die volgens het boekje worden gebrouwen.