Legendarische bierkoning wint historische veldslag

Facebook
X
LinkedIn
WhatsApp

De Slag bij Woeringen op 5 juni 1288 wordt beschouwd als één van de bloedigste, middeleeuwse veldslagen maar hij is de volksgeschiedenis ingegaan dankzij Gambrinus.

Op het einde van dertiende eeuw kwam het meermaals tot veldslagen tussen hertogen, graven en koningen die hun rijk wilden uitbreiden en de machtsverhoudingen wilden wijzigen. Zo ook de slag van Woeringen (Wörringen, nabij Keulen) omtrent de erfopvolging (successie) na het overlijden van hertog Walram IV van Limburg (1279) en zijn dochter Imgard (1283). In de marge van een familieruzie tussen graaf Reinoud I van Gelre (weduwnaar van Imgard) en Adolf V van Berg (neef van Walram) verkocht Adolf V zijn rechten op het hertogdom Limburg door aan Jan I, hertog van Brabant, die el enige tijd tevergeefs poogde om het gebied tussen Maas en Rijn met zijn drukke handelsroutes onder zijn hoede te krijgen. Dat zinde de graaf van Gelre niet. Het conflict escaleerde en leidde tot een veldslag op 5 juni 1288 in Woeringen, nabij Keulen.
Bijna vijfduizend Brabanders, overwegend te voet en onder leiding van Jan I, stonden er tegenover Reinoud van Gelre, gesteund door de legers van de machtige aartsbisschop Westerburg uit Keulen en van de graaf van Luxemburg. De Luxemburgse graaf sneuvelde vrij snel terwijl Reinoud en Westerburg werden gevangen genomen. Hertog Jan I beëindigde zo met de Slag van Woeringen de ‘Limburgse Successieoorlog’ en kon bijgevolg Limburg annexeren. Vanuit die optiek wordt de Slag bij Woeringen, samen met de Guldensporenslag in 1302, beschouwd als één van de belangrijkste veldslagen die aan de basis liggen van het latere België.
Is de veldslag nauwelijks bekend, dan is Jan I, of Jan Primus in het Latijn, dat veel meer. Met zijn naam, verbasterd tot Gambrinus, wordt hij in een zestiende eeuwse legende opgevoerd als de inmiddels wereldwijd bekende ‘koning van het bier’. Na de Slag van Woeringen zou hij bovenop een stapel tonnen zijn geklommen en een heildronk met een pot bier uitgebracht hebben op zijn manschappen. Historisch bewijs daarvan is er niet maar als legendarische bierkoning is hij wereldwijd bekend en wordt hij geëerd op 11 april.
Een heilige was hij allerminst. Hij stond vooral bekend als een strijdlustig, gevaarlijk en weinig geliefd persoon. Na zijn dood tijdens een toernooi in het Franse Bar-le-Duc werd zijn stoffelijk overschot ‘more teutonico’ (gekookt tot op het bot, deels uit vrees dat hij zou weder opstaan) overgebracht naar het toenmalige minderbroedersklooster in Brussel. Daar zijn de restanten van zijn graftombe nog te zien in Bruxella 1238, naast het Beursgebouw en … Belgian Beer World.