Verschenen in Bierpassie, nr 81, januari 2019
De voorbije jaren is het hopareaal in België opnieuw toegenomen, van 148 hectaren in 2014 naar 180 hectaren in 2018. Bij verschillende hoptelers staat een jonge generatie klaar om de hopteelt verder te zetten en te starten met nieuwe variëteiten. Dankzij steunmaatregelen van hop-hoofdstad Poperinge heeft men de hopteelt kunnen ombuigen van een hoofdzakelijke teelt van bitterhoppen naar aromahoppen en dubbeldoelhoppen.
“Belgische brouwers liggen niet echt wakker van Belgische hop”, zegt Joris Cambie, voorzitter van de vereniging die het logo Belgische Hop beheert. “Gevestigde brouwers kiezen vooral bekende variëteiten zoals Saaz, Styrian, Hallertau, Tettnang. Wij hebben geprobeerd om die rassen hier te telen, maar de interesse ervoor is beperkt omdat brouwers terugvallen op hun jarenlange contacten met hoptelers en -vertegenwoordigers. Wij kunnen hier wel bepaalde variëteiten telen maar het resultaat zal telkens anders zijn omwille van het klimaat en van de bodemgesteldheid. Engelse variëteiten gedijen hier goed omdat het klimaat nagenoeg hetzelfde is. Duitse rassen bogen op een landklimaat, Tsjechische en Sloveense hop geniet van een nog meer uitgesproken landklimaat, voor Amerikaanse hopsoorten gelden nog andere omgevingscriteria”.
De laatste jaren noteert Joris Cambie wel een toenemende vraag naar Belgische hop. “Vooral Belgische craft brewers zijn hierin geïnteresseerd. Zij streven een regionale verankering na, respecteren de korte keten en kiezen doelbewust voor Belgische hop. Je vindt het logo ‘Belgische hop’ bijgevolg vooral op bieren van kleine brouwerijen. Wanneer wij over meer middelen zouden beschikken, kunnen wij het logo beter bekend maken bij de consument en zal die de brouwers ook aanspreken op het gebruik van Belgische hop voor Belgische bieren”.
Bieren die worden gebrouwen met minstens 50% Belgische hop mogen het logo op hun etiket plaatsen. Brouwerijen die 100% Belgische hop gebruiken ontvangen een gouden logo. Het label ‘Belgische Hop’ prijkt inmiddels op 310 bieren van 82 Belgische brouwers en diverse buitenlandse brouwers; drie jaar geleden waren dat nog 214 bieren van 58 brouwerijen.
In samenwerking met Inagro, een West-Vlaams onderzoekscentrum voor innovatief en duurzaam agrarisch ondernemen, wordt gewerkt aan een project om van ‘Belgische hop’ ook een kwaliteitslabel te maken op basis van gecontroleerde analyserapporten waarmee de hopteler zijn hop kan aanprijzen.
Aalst-Affligem-Asse
Ook in de regio Aalst-Affligem-Asse, die ooit de grootste hopschuur van Europa, vormde, neemt de belangstelling voor de hopteelt toe. De voorbije decennia werden hopvelden gerooid bij gebrek aan opvolging en omdat zij niet meer rendabel waren. “Nu er heel wat hobbybrouwers zijn bijgekomen en men vaak kiest voor de korte keten stijgt de vraag naar lokaal geteelde hop opnieuw”, zegt Joris Vanderveken, hopcoördinator bij het Regionaal Landschap. “Hoewel de hopteelt taande, heeft iedereen zich altijd achter de hopduvelstoet in Asse blijven scharen. Daardoor is de hop eigenlijk nooit weggeweest en heeft men er altijd van gedroomd om de hopteelt opnieuw te activeren. Ondertussen hebben wij samen met jonge hoptelers de hopcoöperatieve ‘Orde van de Groene Bel’ opgericht. Het is de bedoeling dat de coöperatieve alle hop verzameld, droogt en verkoopt”.
De coöperatieve wil naast bekende hopvariëteiten zoals Hallertau en nieuwkomers zoals Nugget enkele oude, lokale variëteiten zoals Groene Bel, Coigneau en Record herintroduceren. “Dat vergt heel wat werk omdat wij die variëteiten moeten heropkweken en je zo’n 3.000 plantjes nodig hebt voor 1 hectare. Indien mogelijk streven wij naar een biologische teeltwijze. Gelijktijdig willen wij het herkomstlabel AAA+ creëren. De drie A’s staan voor Aalst, Affligem, Asse terwijl de + verwijst naar aanpalende gemeenten zoals Opwijk, Steenhuffel, Sint-Ulriks-Kapelle en Sint-Martens-Bodegem waar je ook nog hoptuinen hebt. AAA+ volgt ook het algemene lastenboek van Belgische Hop”.
Op dit ogenblik zijn er in de regio Aalst-Affligem-Asse nog 6 hoptelers actief, naast 4 telers die zich hebben toegespitst op hopscheutenteelt. Er rest thans nog zo’n 5 hectaren aan hoptuinen maar het Regionaal Landschap hoopt de oppervlakte binnen enkele jaren te verdubbelen dankzij kennisoverdracht tussen gevestigde en jonge hoptelers.