50 jaar Car&Bus-salon/Busworld

Verschenen in Magazine Personenvervoer nr. 5, oktober 2021

Vijftig jaar geleden, in 1971, startte Busworld in Kortrijk als het Car&Bus-salon. Een halve eeuw waarin touringcars en lijnbussen een enorme evolutie hebben doorgemaakt. Technologisch is het kortweg de overschakeling van dieselbussen met ‘Euro-motor minus zoveel’ tot de huidige elektrisch aangedreven bussen en trambussen. Gelijktijdig evolueerde het chauffeurs- en reizigerscomfort enorm, zo blijkt na een rit met een Brossel/Jonckheere uit 1965 en een MAN Lion’s City 18 EfficientHybrid.

Bastien Altdorfer Brossel Jonckheere
1971: De chauffeur zit een flink stuk hoger in de bus en kan door een kleine zijruit kijken.
Bastien Altdorfer MAN Lion's City
2021: De chauffeurspost bevindt zich relatief laag en de chauffeur heeft een groot zijraam.

In Bastien Altdorfer vonden wij een partner voor vergelijking met bussen van een halve eeuw geleden. Doorheen de week brengt hij als Sales Manager Bus & Coach bij MAN in België de nieuwste hybride en elektrische MAN Lion’s City-bussen aan de man. In zijn vrije tijd toert hij bij erfgoedvereniging Patrimoine Bus & Car rond met een Brossel/Jonckheere uit 1965, die deel uitmaakt van een collectie ondergebracht in het lokale depot van Casteau (bij Bergen) van de Waalse vervoersmaatschappij TEC. Voor dergelijke Belgische ‘standaardbus type II’ van de voormalige Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen (NMVB) monteerden onder andere Van Hool en Jonckheere koetswerk en interieur bovenop een chassis vanuit eigen productie of van Brossel. De zelfdragende ‘standaardbus type II’ van Van Hool was zelfs een blikvanger op het eerste Car&Bus-salon in 1971. Terwijl er in Nederland al gelede bussen reden, verschijnen die in België pas vanaf 1981 in het straatbeeld.

  • Brossel Standaardbus type II Busworld 1971

Standaardbus type II

Van ‘standaardbus type II’ – weliswaar in verschillende uitvoeringen – reden er in die periode honderden exemplaren rond in België, waaronder ook de Brossel/Jonckheere met achteraan geplaatste Leyland-motor. In 1965-1966 waren het de eerste bussen die voorzien waren van een alternator met elektronische regelaar ter vervanging van de dynamo voor het opladen van de batterijen. Tussen februari 1966 en april 1978 reed de Brossel Jonckheere als bus nummer AB3135 bij de NMVB in Antwerpen en Luik. Dat verklaart ook meteen de tweetalige opschriften in de bus.

Brossel Jonckheere
1971: Het been kniehoog opheffen en vervolgens nog een hoge trede overwinnen.
MAN Lion's City 18
2021: Gemakkelijk in en uit de lagevloerbus

Met één been gestrekt en één been hoog opgetrokken, hijst Bastien zich in de zowat een halve eeuw oude bus, klaar om nog een flinke trede binnenin te overwinnen en vervolgens nog een opstap te maken naar de chauffeurspost. De contactsleutel omdraaien, starten en even stationair laten draaien waarbij het gebrom van de dieselmotor de stelplaats inpalmt. De geur van de uitlaatgassen brengt je meteen naar lang vervlogen tijden. Aan lagevloerbussen en milieuvriendelijke motoren werd nog niet gedacht. Om de lijnfilm juist te zetten, moet Bastien de hendel op drie lijnfilmkasten – vooraan, naast de voordeur en achteraan – verdraaien en door een klein gaatje piepen en in spiegelschrift lezen of de juiste lijn wordt getoond.

“Je zit flink hoger in zo’n oude lijnbus en je ontbeert ook het zitcomfort dat wij nu gewoon zijn. De chauffeurszetel is nauwelijks verstelbaar, wat hoger of lager en een beetje vooruit of achteruit: dat is het. De zijspiegels zijn klein en moeten manueel echt wel perfect worden afgesteld om nuttig te zijn. Van stuurbekrachtiging is nog geen sprake”, vertelt Bastien Altdorfer. “Deze Brossel/Jonckheere was overigens al een modern exemplaar met een halfautomatische versnellingsbak want in die periode reden er nog veel handgeschakelde bussen rond. Je moet zo’n machine echt aanvoelen, rustig schakelen, luisteren naar de motor en die motor ook de nodige tijd geven om te schakelen en te accelereren. Eigenlijk leer je met zo’n oude bus echt wel defensief rijden. Vanuit je hoge stuurpost moet je constant vooruit kijken, het verkeer en de omgeving waarin je rijdt juist inschatten”.

Bastien Altdorfer Brossel Jonckheere
Bastien Altdorfer: “De chauffeur had toen echt wel een veel grotere verantwoordelijkheid. Maar, wie zijn voertuig kende en er goed wou mee rijden, kon dat wel degelijk”.

Waken over het remsysteem

Een heikel punt is het remsysteem dat totaal anders functioneert. “Wanneer je in de huidige bussen geen lucht in het remsysteem hebt, zijn de remmen op en beweegt het voertuig niet meer”, verduidelijkt Bastien. “In deze Brossel/Jonckheere is het andersom. Wanneer je gaat remmen en zeker wanneer je veel op de rem moet staan bij het uitvoeren van manoeuvers, verlies je lucht en slaat het voertuig los. Je moet daar heel aandachtig voor zijn of de bus slaat op hol. Even goed moet je beseffen dat zo’n bus eens zij op snelheid komt toch langdurig een behoorlijk tempo kan aanhouden maar dat impliceert ook je remafstand veel groter gaat worden. De chauffeur had toen echt wel een veel grotere verantwoordelijkheid. Maar, wie zijn voertuig kende en er goed wou mee rijden, kon dat wel degelijk. Nu rekenen sommige chauffeurs te veel op technologie en rijhulpsystemen en vergeten zij dat het slechts hulpmiddelen zijn. Chauffeurs moesten vroeger veel meer zelf doen, denk maar aan het in- en uitschakelen van lichten of het even aanzetten van de ruitenwisser aan de chauffeurskant want van interval was nog geen sprake”.

Hobbelen met bladveren

Een comfortabele luchtvering was onbestaande. Omdat er soliede bladveren werden gemonteerd, dokkeren wij over de kasseien en hobbelen wij over de betonplaten op het wegdek. “Voor de passagiers is dat misschien nog aanvaardbaar omdat zij slechts korte tijd in de bus zetten. Beeld je eens in hoe dat aanvoelt voor een chauffeur in een primitieve chauffeurszetel én dat gedurende acht uren per dag. Daarbovenop komt nog dat je echt moet sleuren aan zo’n stuur om een straat in of uit te draaien. Wij wegen al die aspecten nu af tegenover de huidige technologie en het hedendaagse rij- en reiscomfort, maar toen waren dat echt wel behoorlijk moderne en comfortabele voertuigen”, geeft Bastien aan.
“Weet je dat zo’n Brossel zelfs geen gelijkvormigheidsattest heeft. Dat was toen onbestaande. Nu moeten alle voertuigen Europees gehomologeerd zijn en worden zij tot in de kleinste details beschreven. Het technisch homologatiedossier van een nieuwe bus vult gemakkelijk 300 bladzijden. Daar komen dan nog de bijlagen bij voor passagiersvervoer, veiligheidsgordels, brandveiligheid, remsystemen, enzovoort. En dat verandert voortdurend inspelend op nieuwe technologie, reglementen en richtlijnen. Dat bestond vroeger allemaal niet”.

  • MAN Lion's City 18 Efficient Hybrid

Terug naar kunstleer en hogere chauffeurspost

Wanneer je de Brossel/Jonckheere naast de nieuwste MAN Lion’s City zou plaatsen, zijn er toch wel opmerkelijke verschillen en … overeenkomsten. “In de Brossel/Jonckheere was de zetelbekleding in kunstleer. Dat heeft decennialang plaats gemaakt voor stoffen zetelbekleding, iets waarvan men de laatste jaren terug komt omdat het vuil en onhygiënisch is. Er wordt opnieuw gekozen voor kunstleer. Wij zijn geëvolueerd naar lagevloerbussen, waarbij ook de stuurpost laag was. Duitse busbouwers zijn daarin meegegaan terwijl anderen iets hoger zijn gebleven. Nu zien wij dat chauffeurs opnieuw iets hoger zitten omdat zij dan een beter zicht op de weg hebben”, stipt Bastien aan.
“Bussen waren vroeger veel mechanischer dan nu. Een klein defect onderweg werd soms verholpen door de chauffeur die er nog de hele dag mee bleef rondrijden tot zijn dienst erop zat. Nu knippert er een lampje op het dashboard, drukt men de ‘reset’-knop een keer in en als het dan nog niet verholpen is, staat de bus aan de kant. Vroeger was het voor mecaniciens ook veel gemakkelijker om aan een bus te werken, ook al gebeurde dat vanuit een werkput om aan de in het chassis geplaatste motor te komen. Bij sommige bussen stond de ingekapselde motor zelfs binnenin de bus, naast de chauffeur. Nu komt alle technologie samen in een hoek achteraan de bus en is het ook veel compacter gemonteerd om de passagiersruimte zo groot mogelijk te houden. Zonder computer kan je eigenlijk geen bus meer herstellen. Bij de nieuwe, elektrisch aangedreven, bussen komt daar nog de hoogspanning bij”.
“Maar eigenlijk, als ik erop terugkijk, zou je iemand die nu zijn rijbewijs wil behalen ook eens moeten laten rijden met zo’n oude bus. Dan voelt men zijn bus echt wel aan en weet men wat kan en niet kan, dat heb je veel minder met nieuwe bussen waarmee eigenlijk iedereen de baan op kan. Het is belangrijk dat men beseft waar wij vandaan komen en welke enorme evolutie er is geweest inzake techniek en comfort en welke kwaliteiten een bus tegenwoordig heeft”, aldus nog Bastien Altdorfer.

Bastien Altdorfer MAN Lion's City
Bastien Altdorfer: “Nu rekenen sommige chauffeurs te veel op technologie en rijhulpsystemen en vergeten zij dat het slechts hulpmiddelen zijn”.
ChassisBrossel A91 DARHMAN NG 330
CarrosserieJonckheere Standaardbus IIMAN Lion’s City 18
VerbrandingsmotorLeylandMAN D1556 LOH 11
AardStandaard streekbusGelede streekbus
Bouwjaar19652020
AandrijvingDieselHybride diesel-elektrisch
TransmissieHalfautomaatVolautomaat
Verbruik30-35 l. / 100 km40-50 l. / 100 km
Lengte/hoogte/breedte11,96 m/ 3,18 m/ 2,48 m18,06 m/ 3,16 m / 2,55 m
Deuren2 (smalle)3 (brede)
Aantal plaatsen zit/totaal50 / 8547 / 146