Nieuw belbus-concept is succesverhaal
Verschenen in Magazine Personenvervoer, nr. 5 oktober 2020
In vervoersregio’s met een beperkt aanbod van spoorlijnen en busdiensten wordt in Vlaanderen vaak gekozen voor belbussen. In Klein-Brabant telde men voor een proefproject met flexbussen, die veel gemakkelijker gereserveerd kunnen worden en die beter inspelen op de lokale vervoersbehoeften, tienmaal meer reizigers dan verwacht. Geïnspireerd door het succesverhaal in Klein-Brabant overwegen vervoerregio’s aan de kust en in het Waasland eveneens de omschakeling naar flexbussen.
Ruim een jaar geleden startte De Lijn in de regio Klein-Brabant met een proefproject waarbij de klassieke belbus werd vervangen door een flexbus. De Lijn werkt voor de uitvoering van de ritten samen met privé-busbedrijf De Decker-Van Riet, die hiervoor twee midibussen inzet.
Bij de lancering van de flexbus in september 2019 stelden De Lijn, de vervoerregioraad Mechelen en de gemeentebesturen van Puurs-Sint-Amands en Bornem – die mee participeren in het flexbus-project – een stijging van het aantal reizigers met 4,3% voorop. Met een stijging van maar liefst 47% tijdens de eerste zes maanden werd het tienvoudige gerealiseerd. Ook werd 51% meer nieuwe gebruikers geteld.
Het totale aantal kilometers dat alle passagiers samen aflegden, lag in januari 2020 zelfs 67% hoger dan een jaar eerder. Door de coronacrisis werd het succesverhaal abrupt beëindigd omdat de flexbus een tijdje niet mocht rijden en daarna slechts op beperkte capaciteit. Vanuit dat oogpunt is overeengekomen dat men de cijfers uit de corona-periode buiten beschouwing laat in de globale evaluatie. Het proefproject werd ondertussen verlengd tot december 2021, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat de flexbus uit de dienstregeling zou verdwijnen. De vraag overstijgt stilaan het aanbod en de inzet van extra bussen op piekmomenten wordt onafwendbaar, alleen ontbreekt het daarvoor alsnog aan de nodige financiële middelen.

Vlotter reserveren en meer haltes
Belbus 938 Klein-Brabant, zoals de flexbus officieel heet, rijdt volgens het principe van de klassieke belbus in een afgebakende regio. Ritten moeten vooraf worden gereserveerd en – net zoals de belbus – rijdt de bus pas uit wanneer er een rit tussen 2 belbushaltes werd gereserveerd. Wie tijdig reserveert, is zeker van zijn plaats want de capaciteit is beperkt tot maximaal 20 personen. Het grootste verschil met de klassieke belbus is dat de flexbus veel gemakkelijk kan worden gereserveerd. Een belbusrit moet je minstens twee uur vooraf aanvragen, en dat kan alleen tijdens de openingstijden van de belbuscentrale. Een rit met de flexbus kan je telefonisch tot 30 minuten vooraf aanvragen en kan je ook online reserveren tot een dag vooraf.
De meer flexibele manier van reserveren, heeft, volgens De Lijn, een eerder geringe impact op het gebruik van de flexbus. Wel stelt men vast dat de flexbus veel beter inspeelt op de lokale vervoersnoden. De betrokken gemeentebesturen van Puurs-Sint-Amands en Bornem bepalen mee het succes. Zij promoten de Flexbus en bieden hun inwoners onder meer een Gemeentekaart aan met tussenkomst als derdebetaler.
Op dit ogenblik is de flexbus een proefproject in het vooruitzicht van de basisbereikbaarheid. Met de reorganisatie van het openbaar vervoersaanbod vanaf 2022 zullen de vervoerregioraden bevoegd zijn voor het vraagafhankelijk vervoer en zullen de regio’s zelf bepalen hoe zij dat gaan opzetten.

Interesse vanuit andere regio’s
Bij het Departement Mobiliteit en Openbare Werken – dat de vervoerregio’s coördineert, bevestigt Frank Leys, tevens voorzitter van de Vervoerregio Mechelen en Kempen, dat verschillende regio’s geïnteresseerd zijn in het flexbus-concept.
“Elke regio moet dit overwegen binnen haar budgettaire randvoorwaarden en ook politiek moet de respectievelijke vervoerregioraad een consensus vinden. Het concept van de flexbus verschilt niet veel van wat we vandaag kennen als belbus. We hebben verschillende aspecten geoptimaliseerd, waaronder het reserveringssysteem. Ook zijn er in Klein-Brabant wat nieuwe haltes bijgekomen. We hebben een beperkte en kleinschalige promotiecampagne gevoerd. Verder hebben wij nieuwe verkooppunten voor de specifieke regiogebonden rittenkaart gezocht”.
De positieve resultaten die in Klein-Brabant werden behaald met de flexbus zijn diverse andere regio’s in Vlaanderen niet ontgaan. Zo hebben vervoerregioraden aan de kust zich reeds uitgesproken voor de omvorming van belbusdiensten naar flexbusdiensten naar en tussen deelgemeenten in Oostende, Gistel, Nieuwpoort en Koksijde. Ook in het Waasland, rondom Sint-Niklaas, en in Dendermonde gaan er stemmen op om voor het vraagafhankelijk vervoer flexbussen in te zetten.
Kiezen tussen flexbus of OV-taxi
Op het eerste gezicht ziet het er, volgens Frank Leys, niet naar uit dat men flexbussen gaat inzetten in regio’s waar tot op heden geen belbussen rijden, ook al zouden die aldaar misschien een antwoord bieden op vervoersbehoeften. “Net als belbussen heeft de flexbus een vaste kost omdat zij altijd beschikbaar moeten zijn. Bovendien moet het gebied afdekbaar zijn met één of enkele busjes, moet de vraag groot genoeg zijn, maar niet té groot zijn want anders is een vaste lijndienst beter. De verplaatsingsafstand en de vervoersstromen spelen eveneens een rol. In principe voldoen de huidige belbusgebieden hieraan en ligt het voor de hand dat deze flexbusgebieden worden of vervangen worden door reguliere lijnen. Het flexbussysteem in nieuwe gebieden inzetten, moet goed bestudeerd worden of vervangen worden door een OV-taxi die alleen betaald worden indien er werkelijk een vervoersvraag is. Dergelijk systeem met OV-taxi’s is per reiziger duurder, maar globaal gezien goedkoper dan een flexbus die permanent ter beschikking moet zijn. Alle flexbussystemen, OV-taxi e.d. maken uiteraard deel uit van het ‘vervoer op maat’ waarvoor de vervoerregio’s verantwoordelijk zijn”.
