Het failliet dreigt voor de Belgische biercultuur in al zijn geledingen. Vijf jaar geleden beschouwde de Unesco werelderfgoedorganisatie de Belgische biercultuur als een belangrijke schakel in de Belgische identiteit en een essentieel onderdeel van het sociaal-cultureel weefsel in ons land. Nu staat diezelfde Belgische biercultuur zwaar onder druk.
De horeca-sluiting was noodzakelijk om de impact van de covid19-pandemie te beperken, maar nu lijkt het erop dat een hele sector met al zijn vertakkingen in economie en samenleving wordt geslachtofferd door de tweede, half jaar lange, sluiting. Welgekomen steunmaatregelen hebben een virtuele situatie gecreëerd waarvan men de reële impact niet kan inschatten. Einde 2020 waren er in ons land nog 61.000 horecazaken; studies voorspellen een vermindering daarvan met 20 tot 30% of zelfs meer.
In het zog van de horeca wordt een breed spectrum aan toeleveringsbedrijven meegesleurd, van brouwerijen en drankenhandelaars tot koffieverdelers, horeca-groothandels en tal van andere horecagebonden activiteiten. Brouwerijen en drankenhandelaars dreigen het gelag te betalen omdat zij vaak eigenaar of huurder zijn van horecapanden. Vorig jaar scholden zij al meer dan 20 miljoen euro kwijt aan huurgelden. Daar bovenop komt nog de kostprijs van bier dat niet verkocht kon worden. Ging het tijdens de eerste lock down vooral om doordrinkbieren, dan nadert nu de houdbaarheidsdatum van speciaalbieren en degustatiebieren die begin vorig jaar werden afgevuld en niet verkocht konden worden.
Nadat er de voorbije weken al verhalen opdoken van – vaak iconische – horecazaken die het faillissement aanvroegen, die overwogen dat te doen of die op de valreep gered konden worden met crowdfunding, worden nu de eerste signalen opgetekend van brouwerijen en herbergbrouwerijen die ermee willen stoppen.
Bovenop die keiharde economische realiteit speelt het sociale belevingsaspect van bier als motor van het door de Unesco erkende immaterieel erfgoed dat de Belgische biercultuur is. Denk maar aan de vele festivals tijdens dewelke kleine en grote brouwers hun bieren konden voorstellen. Evenementen die duizenden bezoekers trokken, worden soms voor het tweede jaar uitgesteld waardoor de respectieve organisatoren aankijken tegen een financiële aderlating die hun voortbestaan bedreigt.
Dergelijke evenementen waren meermaals aanleiding voor toeristische activiteiten waarin de biercultuur hoogtij vierde met open-brouwdagen, bierwandelingen, biergastronomische arrangementen, bierproeverijen en -workshops. Zij effenden dikwijls het pad voor wie een brouw- of zythologenopleiding wou gaan volgen en voor wie een bierspeciaalzaak of bierrestaurant wou uitbouwen. Duizenden mensen, organisaties, mannen en vrouwen, professionelen en amateurs droegen, volgens het Observatorium van de Belgische Biercultuur, bij aan de verdere ontwikkeling van de biercultuur.
Die eeuwenlange, diep verankerde, rijke en uiterst verscheiden biercultuur die het bindweefsel is van onze socio-culturele maatschappij en onze internationale uitstraling dreigt ons te ontvallen. Afhankelijk van de perspectieven die wetenschappers aanreiken, van de wijze waarop beleidsverantwoordelijken die vertalen en van de manier waarop deze samenleving zich toekomstgericht covid19-veilig wil gedragen en organiseren, kan de Belgische biercultuur heropleven. De roep om de Belgische biercultuur te redden, mag een jaar na de start van de covid19-pandemie luider en nadrukkelijker klinken dan voorheen.

(De archieffoto uit 2019 illustreert biercultuur en bierbeleving en wil Zythos noch een andere organisatie in diskrediet brengen).